Toeristen en residenten die Sosúa al zo’n 20 jaar af langer bezoeken of er wonen, zullen het beamen:
Sosúa is meer welvarend geworden in de loop van deze 20 jaar.
De meeste wegen zijn nu geasfalteerd en veel houten huisjes zijn vervangen door stenen huisjes.
Zag je twintig jaar geleden nog veel oude auto's en taxi's rondrijden, nu zijn het bijna allemaal moderne auto’s.
Het land is duidelijk meer welvarend geworden.
Maar de toename van de welvaart geldt helaas niet voor iedereen.
Bijna de helft van de bevolking, zo’n 45,7 %, leeft onder de armoede grens.
Veel bewoners van Charamicos, Sosúa Abajo, Maranatha, La Unión en Villa Liberación zijn werkloos en kunnen zich hooguit één maaltijd per dag veroorloven.
4,5 miljoen op de armoedegrens
Dankzij acties van de vrijwilligers van stichting ‘Sosúakids’ kunnen gelukkig veel kinderen naar school.
Want dankzij deze vrijwilligers krijgen zo’n 600 kinderen een schooluniform en een rugzakje met school benodigdheden.
Het probleem is dat veel banen in het onderwijs en bij de overheid alleen toegankelijk zijn voor (onbekwame) partijleden van de regerende partijen.
Nepotisme en cliëntelisme vieren hoogtij en maken dat gekwalificeerde mensen niet of zeer moeilijk aan een baan kunnen komen.
Het toerisme in Sosúa heeft inderdaad voor veel werkgelegenheid gezorgd.
Maar de lonen daar zijn dermate laag (tussen 8000 tot 10.000 peso per maand) dat een gezin daar onmogelijk van kan leven.
De herkozen president Danilo Medina heeft al aangekondigd dat het creëren van een sociaal vangnet in de vorm van pensioenen, kinderopvang en ouderenzorg en het creëren van banen zijn eerste prioriteiten zijn.
Ook wil hij verder gaan met de drastische verbetering en uitbreiding van het onderwijs.
Dus er is nog hoop op verbetering.